The making of

The making of

The making of

De echte aanzet voor ‘Mijn NSB-opa’ ligt zo’n vijf jaar terug. Ik wist al enige jaren dat een oom van mij in SS-uniform aan Duitse zijde had gevochten en was gesneuveld in Rusland maar ik was nieuwsgierig wat ik nog over deze man te weten kon komen. De zoektocht leidde naar het Nationaal Archief in Den Haag. Ik nam mijn vader mee, hij was toen ongeveer 85 jaar. In de auto vernam ik toen voor het eerst van hem dat er meer was dan een foute oom. Samen zijn mijn vader en ik gaan zoeken. Ik vooral in de archieven, hij in zijn geheugen. Dat is in het kort de aanzet voor het boek.

Eigen beheer

Mijn NSB-opa geef ik in eigen beheer uit. Ik ben dus niet op zoek gegaan naar een uitgeverij. Aan de ene kant omdat het -eerlijk is eerlijk- voor een uitgeverij op zijn zachtst gezegd best risicovol is om energie te steken in het debuut van een totaal onbekende vijftiger. Als ik mijn commerciële bril op zet dan snap ik dat.
En als ik dan toch die commerciële bril al op heb, zie ik ook een andere kant. Wat kan een ‘echte uitgever’ mij precies bieden? Ja, de begeleiding bij het drukproces. Redigeren en nadenken over de vormgeving. Heel fijn. Maar op publicitair terrein? Veel meer dan persberichten versturen en een releasemoment organiseren kan ook een uitgever niet doen.

Mijn conclusie: zelf schrijven is prachtig. En daarna zelf uitgeven en zelf de publiciteit zoeken is spannend. Waarom zou ik prachtige en spannende dingen aan anderen overlaten?