Kotälla: de beul van Amersfoort
‘Zegt de naam Kotälla je iets? Wel toch?’
Ik knik.
‘Breda. Die zat toch in Breda?’
‘Kotälla was een van de Vier van Breda. Willy Lages, Ferdinand aus der Fünten, Franz Fischer en Joseph Kotälla. Beter bekend als de Beul van Amersfoort. Hij was Unterschutzhaftlagerführer, zeg maar de tweede man van het kamp.’
Ik haal onhoorbaar adem. Bang dat ik mijn vader afleid.
‘Dat was een gemene kerel, die graag appèl afnam en ons commando’s toeblafte. Dat ging net zo lang door totdat hij een van de mannen eruit pikte. Die schopte hij dan voor onze ogen het ziekenhuis in. Die Kotälla had er gewoon lol in om met de punt van zijn schoen, of met een knuppel, iemand aan flarden te schoppen of te slaan.’
Hij lacht een beetje. Moeizaam. Ik knik terug en wacht. Hij schudt zijn hoofd.
‘Wat een herinneringen komen naar boven zeg. Ik weet eigenlijk niet wat ik hier mee moet. Ik word er gewoon een beetje verdrietig van…’
Zo lang niet over gesproken, zo lang niet aan gedacht. Ik zak onderuit. Verbijstering. Mijn vader oog in oog met een van de Vier van Breda.
Victor Strack van Schijndel, mijn vader. Gespecialiseerd in het opbergen van giftig geheugenafval.